De globale strategie isolatie, luchtdichtheid, ventilatie
Onder invloed van de Europese klimaatdoelstellingen (zie figuur) verstrengen de gewestelijke EPB-regelgevingen (energieprestaties van gebouwen) aan een razendsnel tempo. In dat kader zal een goede luchtdichtheid binnenkort onontkoombaar worden om aan de strengere eisen te voldoen. Een goede luchtdichtheid kan de energieprestatie van een gebouw immers met 15% verbeteren.
De luchtdichtheid van de gebouwschil maakt deel uit van een globale strategie die tot doel heeft om een comfortabele en energiezuinige woning te creëren. Deze strategie omvat:
- Het voorzien van een voldoende dikke en correct uitgevoerde thermische isolatie
- Het waarborgen van de luchtdichtheid van de gebouwschil
- Het verzekeren van een gecontroleerde hygiënische ventilatie
Teneinde een goed thermisch comfort te garanderen en de warmteverliezen te beperken is het belangrijk om een voldoende dikke en correct uitgevoerde thermische isolatie te voorzien. Deze dikke isolatielaag heeft echter geen zin wanneer de buitenschil van het gebouw niet luchtdicht is, want anders waait de koude zo door de isolatie en de kieren en spleten van het gebouw.
Daarom is het belangrijk om van in het ontwerp en tijdens de uitvoering van de werken er op toe te zien hoe een goede luchtdichtheid van de buitenschil wordt gerealiseerd. Naast het beperkten van warmteverliezen door de isolatie en door kieren en spleten zorgt de luchtdichtheid van de buitenschil er ook voor dat er geen schade optreedt in de constructie via inwendige condensatie. Daarnaast verbetert ook het thermisch comfort (tocht via luchtlekken) en het akoestisch comfort (minder luchtgeluid via luchtlekken).
Wanneer het gebouw perfect luchtdicht gemaakt is, is het natuurlijk noodzakelijk om te voorzien in een ventilatiesysteem dat op elk moment van de dag op een gecontroleerde wijze zorgt voor een goede binnenluchtkwaliteit. De binnenlucht wordt immers constant vervuild door diverse polluenten afkomstig van menselijke activiteiten en de producten die in de woning gebruikt worden (solventen afkomstig van meubels, reinigingsproducten, …).
STS-P 71-3 – Belang van luchtdichtheid en het meten van de luchtdichtheid
Voor een gebouw is de graad van luchtdichtheid dikwijls de weerspiegeling van de kwaliteit van de constructie. Naast de besparingen op het vlak van de energie die eruit voortvloeien of het regelgevend aspect, biedt een goede mate van luchtdichtheid diverse voordelen:
- Een goede luchtdichtheid beperkt de parasitaire luchtlekken waardoor warmteverliezen kunnen voorkomen worden, met als gevolg energiebesparingen en een verhoogd thermisch comfort.
- Een goede luchtdichtheid maakt, indien ze gecombineerd wordt met een performant ventilatiesysteem, het mogelijk een goede kwaliteit van de binnenlucht in stand te houden en de impact van de ventilatie op de energiehuishouding beperkt te houden.
- Een goede luchtdichtheid beïnvloedt overigens op positieve wijze het akoestisch comfort in het gebouw door de overdracht van externe geluiden via luchtlekken te beperken.
- Een goede luchtdichtheid draagt ook bij tot het in stand houden van het gebouw door onder andere risico’s op condensatie binnenin de wanden te beperken.
De luchtdichtheid van een constructie definieert de capaciteit ervan tot het voorkomen van het binnendringen van lucht van de omgeving naar de binnenkant van het gebouw, en omgekeerd. Ze wordt in cijfers uitgedrukt met behulp van het lekdebiet (V) dat de schil passeert onder invloed van een drukverschil tussen de omgeving en de binnenruimte van het gebouw. In België drukt men de luchtdichtheid gewoonlijk uit voor een drukverschil van 50 Pa. Verschillende grootheden worden gebruikt om deze prestatie uit te drukken, en meer bepaald de luchtdoorlatendheid zoals die bepaald wordt op basis van de buitenoppervlakte van de gebouwschil (v50).
Om de verwachte energetische prestatie en een goede kwaliteit van de binnenlucht te realiseren, is de luchtdichtheid evenwel onlosmakelijk verbonden met een goede thermische isolatie, een performant ventilatiesysteem (dat de verversing van lucht verzekert) en de plaatsing van performante technische installaties. Het opdrijven van de dikten van de gebruikte isolatie in de wanden, zonder te letten op de luchtdichtheid, heeft namelijk geen zin als men de energiehuishouding bekijkt. Op dezelfde wijze zou het luchtdicht maken van een gebouw zonder ervoor te zorgen dat er een voldoende verversing van de lucht plaatsvindt door gebruik te maken van gecontroleerde ventilatie, het comfort en zelfs de gezondheid van de personen die zich in het gebouw bevinden in het gedrang brengen. De drie punten die hiervoor werden vermeld (isolatie, luchtdichtheid en gecontroleerde ventilatie), zijn dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ook al is het duidelijk dat dit principe van toepassing is op nieuwe constructies, het is van even groot belang om het toe te passen bij de renovatie van bestaande gebouwen.
Naast volumes die een zeer hoge mate van compactheid bezitten, zoals in het geval van bepaalde appartementen, vertonen woningen die gebouwd werden zonder al te veel aandacht te schenken aan de luchtdichtheid, op dit moment een v50 die gelegen is tussen 6 en 12 m³/(m².u). Men kan een doel bereiken dat gelegen is tussen 2 en 6 m³/(m².u) indien men gebruik maakt van een gericht ontwerp en een correcte uitvoering. Voor waarden lager dan 2 m³/(m².u) is een echte expertise vereist, zowel op het niveau van het ontwerp als op het niveau van de uitvoering: alle bouwknopen moeten worden onderworpen aan een adequaat onderzoek, en een sensibilisering van alle aan de bouw deelnemende partijen en beroepsgroepen is absoluut noodzakelijk. Een tijdens de bouw uitgevoerde luchtdichtheidstest (richtinggevende proef) is ook een waardevol hulpmiddel.
Bron – STS-P 71-3 Luchtdichtheid van gebouwen – Luchtdichtheidstest